Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het voortgezet onderwijs

 

Artikel 14 Vakken en andere programma-onderdelen periode van voorbereidend hoger onderwijs: h.a.v.o.
1
Het gemeenschappelijk deel van elk profiel in het hoger algemeen voortgezet onderwijs omvat:
a
Nederlandse taal en literatuur,
b
Engelse taal en literatuur,
c
maatschappijleer,
d
culturele en kunstzinnige vorming, en
e
lichamelijke opvoeding.
2
Het profieldeel van het profiel natuur en techniek in het hoger algemeen voortgezet onderwijs omvat:
a
wiskunde,
b
natuurkunde,
c
scheikunde, en
d
een vak ter keuze van de leerling uit vakken die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, voor zover het bevoegd gezag deze vakken aanbiedt.
3
Het profieldeel van het profiel natuur en gezondheid in het hoger algemeen voortgezet onderwijs omvat:
a
wiskunde,
b
biologie,
c
scheikunde, en
d
een vak ter keuze van de leerling uit vakken die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, voor zover het bevoegd gezag deze vakken aanbiedt.
4
Het profieldeel van het profiel economie en maatschappij in het hoger algemeen voortgezet onderwijs omvat:
a
wiskunde,
b
economie,
c
geschiedenis, en
d
een vak ter keuze van de leerling uit vakken die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, voor zover het bevoegd gezag deze vakken aanbiedt.
5
Het profieldeel van het profiel cultuur en maatschappij in het hoger algemeen voortgezet onderwijs omvat:
a
geschiedenis,
b
een andere moderne vreemde taal en literatuur, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, of Friese taal en cultuur, ter keuze van de leerling, voor zover het bevoegd gezag deze vakken aanbiedt,
c
een vak ter keuze van de leerling uit culturele vakken die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, voor zover het bevoegd gezag deze vakken aanbiedt, en
d
een vak ter keuze van de leerling uit maatschappelijke vakken die bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, voor zover het bevoegd gezag deze vakken aanbiedt.
6
Het vrije deel van elk profiel in het hoger algemeen voortgezet onderwijs omvat ten minste één vak uit het geheel van:
a
vakken, genoemd in of aangewezen op grond van het tweede tot en met vijfde lid, die de leerling niet op grond van die leden heeft gekozen, voor zover het bevoegd gezag deze vakken als onderdeel van het vrije deel aanbiedt,
b
andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen vakken, voor zover het bevoegd gezag deze aanbiedt, en
c
door het bevoegd gezag vast te stellen vakken en andere programma-onderdelen.
7
Het bevoegd gezag kan beslissen dat vakken en andere programma-onderdelen door alle leerlingen worden gevolgd.
8
Het bevoegd gezag kan de leerling in de gelegenheid stellen, in plaats van de vakken, genoemd in of aangewezen op grond van het eerste tot en met zesde lid, de overeenkomstige vakken van artikel 13 te volgen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •